Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jeftha zeide tot hen: [5]Ik en mijn volk waren zeer twistig met de kinderen Ammons; en ik heb ulieden geroepen, maar gij hebt mij uit hun hand niet verlost. 5. Hebreeuws, ik was een man van den twist, en mijn volk, en de kinderen Ammons zeer. Jeftha wil zeggen dat, alhoewel de Ammonieten niet op het land van Efraim, maar op dat der Israelieten, die in Gilead woonden, aanspraak maakten, hij nochtans Efraim, als broeders en bondgenoten, te hulp geroepen heeft, maar tevergeefs. Jeftha zoekt hen eerst met redenen tot afstand van wapenen te bewegen, gelijk hij tevoren aan de Ammonieten gedaan had. Aangaande de Hebreeuwse manier van spreken, vergelijk 2 Sam.8:10.